In deze les nemen we je mee om je een helder voorbeeld te geven van hoe het werkt met basisbehoeften schetsen we hier een voorbeeld vanuit eigen praktijkervaring:
In de coachpraktijk komt een blond mannetje met warrige haartjes en grote ogen. Zijn naam is Marvin. Marvin komt net uit school en stuitert nog na; hij heeft net twee gedragsonderzoeken gehad, omdat het niet lekker gaat op school. Hij heeft een neus voor het feit dat ze hem willen onderzoeken en reageert daar heftig op. De uitslagen zullen er door zijn gedrag vast niet om liegen. Moeder komt bij mij, omdat ze het even niet meer weet. Haar zoon is zo lief, maar toch gaat het niet goed op school.
Ik observeer Marvin en het valt me al snel op dat hij dezelfde vraag meerdere malen stelt. Hij weet eigenlijk het antwoord al, maar zoekt bevestiging.
Bevestiging is een basisbehoefte. Vanuit de psychologie stellen we dat we het binnen onze opvoeding nodig hebben om twaalf basisbehoeften ingevuld te krijgen. Dit zijn als het ware twaalf vormen van aandacht en liefde.
De basisbehoeften:
Doorgaans krijgen we twee basisbehoeften niet of onvoldoende ingevuld. Dat maakt dat we de invulling hiervan buiten onszelf gaan zoeken. Vaak zijn we ons daar niet of nauwelijks van bewust.
We kunnen onze liefde voor de ander op deze twaalf manieren uiten. Elke manier is evenveel van belang en de ene is niet ondergeschikt aan de andere. Wel heeft een kind in de ene ontwikkelingsfase meer behoefte aan het één dan aan het ander. Om een voorbeeld te geven: een kind van één maand oud heeft uiteraard meer behoefte aan zorg en geruststelling dan aan bevestiging. Dat maakt de andere basisbehoeften niet minder belangrijk, alleen op dat moment wel even ondergeschikt aan die ene specifieke basisbehoefte. Je kunt het vergelijken met voedsel en water. Op een moment heb je even geen behoefte aan voedsel. Zodra echter de dorst is gelest, komt het hongergevoel weer terug.
Voldoen aan basisbehoeften lijkt heel simpel. In de praktijk blijkt het toch behoorlijk tegen te vallen om in alle basisbehoeften van onze kinderen te kunnen voorzien. Dat komt doordat niemand als kind ervaren heeft dat aan alle basisbehoeften werd voldaan.
Je ouders waren daar niet toe in staat, omdat door hun ouders ook niet alle basisbehoeften waren vervuld. En wat je niet kent, kun je niet doorgeven. Tenzij je je bewust bent van je gemis en openstaat voor de specifieke behoefte van jouw kind. Doordat geen enkele ouder in staat is alle basisbehoeften van zijn kind te vervullen, loopt ieder kind onderweg “emotionele beschadigingen” op. Dat geeft niets. Dat hoort bij het leven.