Hoe kun je effectief communiceren?

 

Thomas Gordon

Thomas Gordon is geboren op 11 maart 1918 in Parijs en was een Amerikaanse psycholoog en student. Hij schreef negen boeken waarvan er zo’n zes miljoen zijn verkocht over de hele wereld. Thomas Gordon werd in 1997,1998 en 1999 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede.

De aanpak van deze Amerikaanse psycholoog is gebaseerd op zijn overtuiging dat gebruik van macht binnen relaties schadelijk is. Thomas Gordon richtte zich met zijn ontwikkelde methode vooral op ouders en kinderen en zijn methode is ook zeer effectief en geschikt gebleken in algemene communicatie tussen volwassenen. Dit werd zo populair dat hij al gauw in heel Amerika trainers begon op te leiden om in hun omgeving les te geven.

 

De Gordon-methode

Thomas Gordon ontwikkelde in de jaren ’60 de Gordon-methode. Hij werd wereldberoemd met zijn boek “Luisteren naar kinderen”. Daarin laat hij een methode zien om de opvoedingsstijl en de relatie tussen ouders en kinderen op te bouwen en te verbeteren. De Gordon-methode wil dat iedereen zichzelf kan zijn en zijn verantwoordelijkheid neemt en dat je hierbij rekening houdt met de ander.

 

Kenmerken van de Gordon – methode

  • Zó luisteren dat de ander zich begrepen voelt
  • Zó praten dat de ander je ook begrijpt
  • Zó conflicten oplossen dat niemand verliest
  • Zó afspraken maken dat iedereen zich eraan houdt
  • Constructief omgaan met verschillen in waarden.

 

Resultaten

Als je op deze democratische manier communiceert dan heeft dat volgens de Gordon-methode de volgende resultaten:

  • Het ontwikkelt zelfvertrouwen.
  • Mensen hebben meer begrip voor elkaar.
  • Er heerst een betere sfeer.
  • Er ontstaan minder conflicten.
  • Als er conflicten zijn, dan kunnen deze beter opgelost worden.
  • Het ontwikkelt het verantwoordelijkheidsgevoel.
  • Het draagt bij aan het ervaren van positievere gevoelens.

 

Communicatiemodel

Deze methode bevat belangrijke onderdelen die voor een communicatiemodel staan en hieronder worden ze kort benoemd en beschreven:

 

Gedragsraam

Het gedragsraam is een hulpmiddel om te ontdekken wie er nu werkelijk een probleem heeft.

 

Actief luisteren

Als je actief luistert kun je er achter komen waar het probleem ligt. Vervolgens kun je proberen het probleem, de behoefte en het gevoel van de ander te verwoorden. Hierdoor voelt de ander zich begrepen. Deze manier van communicatie zorgt voor respect voor elkaar. Herhaal wat je gesprekspartner heeft gezegd en check of dat klopt.

 

Ik-boodschappen

Soms botst het gedrag van een ander met je eigen behoeftes. Maak hierbij gebruik van de “ik-boodschap”. Daarmee houd je het probleem bij jezelf. Voorbeelden kunnen zijn: “ Ik vind het vervelend wanneer jij…”, in plaats van “jij doet”.

 

Overschakelen
In heftige situaties overschakelen van actief luisteren naar de ik-boodschappen. Zo kun je ook makkelijker in heftige situaties tussen jezelf en de ander schakelen.

 

Conflicten oplossen

Met de “Geen verlies methode” zoek je samen naar een oplossing. Je bepaalt samen wat het conflict is en welke oplossingen er zijn. Wat is de beste oplossing en hoe moet deze uitgevoerd worden? Zowel waarde-conflicten als behoefte-conflicten zijn op te lossen. Een voorbeeld uit de praktijk:

Doe toch eens normaal

Ik loop in de stad en zie een mevrouw met twee jongetjes lopen. Ze lopen een kledingwinkel binnen.

De mevrouw blijkt de moeder. De jongste schat ik rond de vijf jaar. Ze tracht dit manneke een shirt aan te passen. Hij heeft blijkbaar andere plannen en heeft totaal geen zin in het passen van kleding en laat zichzelf steeds slap vallen. Het winkelpersoneel heeft het straks makkelijk want hij dweilt naar hartenlust over de vloer. Dat plekje kan men straks overslaan.

Bij de moeder neemt na een aantal pogingen hem te motiveren de irritatie toe. Ten leste moede roept ze hem toe: “Doe nou toch eens normaal”.

Herkenbaar? Heel eerlijk? Ik betrap mezelf er ook nog wel eens op dat ik dit roep tegen mijn kinderen.

Normaal doen. Wat is dat dan? Welke vorm vraag ik dan? Welk gedrag wens ik? Ik ben erachter dat je mag benoemen wat je graag zou willen van je kind op dat moment. Het jongetje dweilt op de vloer en je wilt dat hij mee werkt om het shirt te passen.

Dus je kunt zeggen: “je mag nu gaan staan en het shirt aan passen”. “Dat” is wat je wilt, duidelijk aangeven is effectiever dan roepen: “Doe toch eens normaal”.

Resultaten uit het verleden bieden geen directe garanties voor de toekomst en ik ga nu niet beloven dat kinderen direct je vraag inwilligen, en het is in ieder geval helder wat jij van ze wilt. Verder, blijft opvoeden wat mij betreft inventief en creatief zijn en je vooral niet altijd normaal gedragen!